De gemeente Utrechtse Heuvelrug is in 2006 ontstaan door de fusie van vijf gemeenten: Driebergen-Rijssenburg, Doorn, Leersum, Amerongen en Maarn. Het gebied is landschappelijk zeer gevarieerd. De woonkernen bevinden zich hoofdzakelijk op de bosrijke stuwwal.
De Heuvelrug vormde een aantrekkelijk gebied voor de ‘eerste bewoners’, bestaande uit jagers, die in kleine groepen van kamp naar kamp reisden. De stuwwal bood bescherming tegen water, maar ook voldoende drinkwater door de vele beken. De eerste nederzettingen ontstonden toen de jagers geleidelijk evolueerden naar boeren en kwamen in de buurt van de akkers en weidegronden te liggen. In de gemeente bevinden zich nog veel grafheuvels.
Ten noorden van de stuwwal bevindt zich de Gelderse vallei, met een meer open landschap met een duidelijke verkavelingsstructuur. Hier bevinden zich vooral grootschaliger agrarische functies maar ook veel toeristische. Aan de zuidkant gaat de Heuvelrug via het gebied rond de Langbroekerwetering en Kromme Rijn geleidelijk over naar de Neder-Rijn.